Waarmee kunnen we u helpen?

-

Concurrentiebeding: de belangen van de werknemer versus de belangen van de werkgever

Met een concurrentiebeding kunt u als werkgever voorkomen dat een werknemer bij de concurrent aan de slag gaat. Dat kan een goed instrument zijn om uw ‘bedrijfsdebiet’ (dat wat uw bedrijf waardevol maakt) te beschermen.

Maar als puntje bij paaltje komt en uw werknemer bij een concurrent aan de slag wil, biedt de wet de werknemer soms wel mogelijkheden om aan het concurrentiebeding te tornen. Als de werknemer namelijk in verhouding met de belangen van de werkgever ‘onbillijk’ (te zwaar) wordt benadeeld door het concurrentiebeding, kan de rechter dat concurrentiebeding deels of zelfs helemaal opzij schuiven.

Over zo’n geval boog de rechter in Rotterdam zich recentelijk.

Wat speelde er?

Een ‘Junior Trader’ bij een handelaar in zuivelproducten wilde aan de slag bij een concurrent en vroeg de rechter daarom het concurrentiebeding te vernietigen. Hij vond dat het concurrentiebeding hem te zwaar benadeelde in deze belangen:

  • Ik kan alleen maar in de zuivelbranche werken want ik heb verder geen werkervaring en ik heb mijn master niet afgerond;
  • Mijn reistijd gaat van 5 uur per dag naar 2 uur per dag en ik kan meer thuiswerken, wat van belang is gezien de mantelzorg voor mijn grootouders;
  • Bij VLI kan ik 40% meer verdienen.

De werkgever verweert zich door erop te wijzen dat zijn belang bij het concurrentiebeding zwaarder weegt omdat de werknemer beschikt over allerlei concurrentiegevoelige ‘inside information’: onder meer technische productkennis, unieke in- en verkoopstrategieën en productstrategieën en hij vreest dat VLI daar gebruik van gaat maken.

Wat vindt de rechter?

De rechter vindt om te beginnen dat de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze een zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding heeft. Maar wegen deze belangen ook zwaarder dan die van de werknemer?

Belangenafweging

  • De rechter is er niet van overtuigd dat de werknemer alleen maar in de zuivelhandel aan de bak kan komen.
  • Wel heeft de rechter er begrip voor dat de werknemer, gelet op de mantelzorg voor zijn grootouders, belang heeft bij minder reistijd en thuiswerken, maar vindt dat dit niet opweegt tegen het belang van de werkgever;
  • Interessant is wat de rechter zegt over de salarisverbetering die de werknemer in het vooruitzicht is gesteld door VLI:
    ‘Dat is inderdaad een aanzienlijke positieverbetering, maar roept tegelijkertijd vraagtekens op over de motieven van VLI om een dergelijk hoog salaris aan eiser aan te bieden.’ Het is duidelijk dat de salarisverbetering de rechter ook niet over de streep trekt..

Conclusie

Alles afwegend oordeelt de rechter dat de belangen van de werkgever hier zwaarder wegen dan die van de werknemer. Het concurrentiebeding houdt in dit geval dus ‘gewoon’ stand!

Jan Jaap Lammersauteur:
Jan Jaap Lammers
jjlammers@benthemgratama.nl
+ 31 (0)6 820 770 53

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten