Waarmee kunnen we u helpen?

-

Vergoedingsrechten en samenwoners

Samenwoners hebben een eigen vermogen en eventueel een gezamenlijk vermogen. Van gezamenlijk vermogen kan sprake zijn als zij gezamenlijk een woning kopen.

Als er  een verschuiving plaatsvindt van het ene vermogen naar het andere vermogen, kan een vergoedingsrecht ontstaan. In deze blog wordt kort uiteengezet op welke grondslag samenwoners een vergoedingsrecht kunnen baseren.

Situatieschets:

Axana en Franco wonen samen in het huis van Axana. Franco en Axana betalen tijdens het samenwonen gezamenlijk de hypotheek. Franco betaalt dus ook mee aan de aflossing van de hypotheek. Axana en Franco leven jaren gelukkig samen in de woning.

De relatie van Axana en Franco bekoelt uiteindelijk. Zij gaan uit elkaar. Het huis is eigendom van Axana. Dat betekent dat Franco de woning moet verlaten.

Franco staat nu met lege handen. Hij heeft geen woning meer. Hij vraagt zich af hoe het zit met de aflossingen die hij heeft gedaan aan de hypotheekschuld. Kan Franco de investeringen die hij heeft gedaan terugkrijgen?

Het verschil tussen samenwonen en trouwen

Wanneer mensen getrouwd zijn voorziet de wet in een regeling die hun vermogensrechtelijke verhouding regelt. Wanneer de ene echtgenoot investeert in de woning die eigendom is van de andere echtgenoot, ontstaat er voor die eerste een vergoedingsrecht op basis van een specifiek daarvoor geschreven wettelijke regel. Deze regeling geldt niet voor samenwoners.

Vergoedingsrechten voor samenwoners

De grondslag voor een vergoedingsrecht voor investeringen in de woning bij samenwoners moet worden gezocht in het algemeen verbintenissenrecht. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 10 mei 2019 een soort stappenplan gemaakt aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of er een grondslag bestaat voor een vergoedingsrecht.

De volgende vragen spelen een rol:

  1. Is er sprake van een (stilzwijgende) overeenkomst tussen de samenwoners, die vermogensrechtelijke aspecten van hun samenleving regelt?
  2. Is er sprake van onverschuldigde betaling van de ene samenwoner aan de andere samenwoner?
  3. Wordt de ene samenwoner ten opzichte van de andere samenwoner ongerechtvaardigd verrijkt?
  4. Is er sprake van bijzondere omstandigheden die een vergoedingsrecht rechtvaardigen?

Overeenkomst

Indien de samenwoners een samenlevingscontract hebben gesloten, moet worden gekeken of deze overeenkomst een bepaling bevat die een vergoedingsrecht regelt. De standaardsamenlevingscontracten bevatten vaak enkel bepalingen over een gemeenschappelijke woning.

Wanneer er geen samenlevingscontract is gesloten, of het samenlevingscontract bevat geen bepaling waarop een beroep kan worden gedaan, kan worden gekeken of er sprake is van onverschuldigde betaling.

Onverschuldigde betaling

Van onverschuldigde betaling is sprake indien de ene echtgenoot een “betaling” heeft verricht aan de andere echtgenoot. Het begrip betaling heeft een ruime strekking. Hetgeen dat is gebeurd moet als een prestatie kunnen worden aangemerkt. Verder is hier van belang dat er geen rechtsgrond is voor de betaling.

Een vergoedingsrecht op basis van onverschuldigde betaling kan enkel slagen indien de prestatie aan de andere partner is verricht.

Indien deze vordering wordt ingesteld jegens de ex-partner, moet er dus aan deze partner zijn betaald en niet aan een derde. Het betalen van de aflossing van de hypotheek vindt plaats aan de bank. Voor de betaling bestaat dan wel een rechtsgrond, namelijk de schuld aan de bank. Van onverschuldigde betaling kan dan geen sprake zijn.

Ongerechtvaardigde verrijking

Wanneer er geen sprake is van onverschuldigde betaling, kan ongerechtvaardigde verrijking een oplossing bieden. Bij ongerechtvaardigde verrijking is het niet relevant aan wie is gepresteerd. Het is hier relevant wie er is verarmd door de prestatie en wie er is verrijkt.
Voor een geslaagd beroep op ongerechtvaardigde verrijking moet aan vier vereisten worden voldaan:

  1. Verarming van de één;
  2. Verrijking van de ander;
  3. Een verband tussen de verrijking en de verarming, en
  4. De verrijking moet ongerechtvaardigd zijn.

Wanneer aan deze vier vereisten is voldaan is de verrijkte persoon verplicht de schade te vergoeden die de ander lijdt, tot het bedrag van zijn verrijking.

Indien er niet aan de vereisten van ongerechtvaardigde verrijking wordt voldaan, is er nog een laatste optie om een vergoedingsrecht op te baseren: de redelijkheid en billijkheid.

Bijzondere omstandigheden

Deze laatste categorie is een soort vangnet, wanneer een vergoedingsrecht op de voornoemde grondslagen niet kan slagen. Bij deze grondslag moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een vergoedingsrecht rechtvaardigen. Wanneer er sprake is van dergelijke omstandigheden is niet in algemene termen samen te vatten. Dat is afhankelijk van de situatie.

Conclusie

Er bestaan dus meerdere grondslagen om aanspraak te kunnen maken om een vergoedingsrecht. Een vergoedingsrecht op basis van onverschuldigde betaling lijkt in weinig gevallen succesvol. Een vergoedingsrecht op grond van een overeenkomst of ongerechtvaardigde verrijking is kansrijker.

Denkt u aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van uw ex-partner? Neem dan contact op met één van onze familierechtadvocaten.

auteur:
Sanne Oxener
soxener@benthemgratama.nl
+31 (0)6 455 694 46

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten