Waarmee kunnen we u helpen?

-

Alle slapers recht op een transitievergoeding?

Drie jaar nadat de Hoge Raad oordeelde dat een werkgever moet instemmen met een beëindigingsvoorstel van een langdurige zieke werknemer onder toekenning van de transitievergoeding, werd in november door de Hoge Raad geoordeeld dat deze “Xella-norm” ook geldt voor zogenaamde diepslapers en semi-diepslapers en dat deze norm terugwerkt tot en met 20 juli 2018.

Xella-norm

De Xella-norm houdt in dat dat een werkgever uit hoofde van goed werkgeverschap gehouden is om in te stemmen met een voorstel van een werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding, omdat de werkgever aanspraak kan maken op compensatie op grond van de compensatieregeling (als bedoeld in artikel 7:673e BW) en daarom in principe geen redelijk belang heeft bij voortduring van de arbeidsovereenkomst. Dit oordeelde de Hoge Raad in november 2019 in de Xella-beschikking.

Na de Xella-beschikking is er veel discussie geweest of dit ook geldt voor werkgevers waarbij de werknemer al vóór 1 juli 2015, dus voordat de transitievergoeding in de wet was opgenomen, twee jaar arbeidsongeschikt was. De Hoge Raad heeft hier drie jaar na genoemde Xella-beschikking eindelijk helderheid over gegeven in de uitspraken Ammeraal en ESD-SIC.

Diepslapers en semi-diepslapers
Diepslapers en semi-diepslapers zijn werknemers bij wie de reguliere wachttijd tijdens ziekte al vóór 1 juli 2015 is verstreken, maar van wie de arbeidsovereenkomst toen niet is beëindigd. Voor de zogenoemde diepslapers is de opzegbevoegdheid voor de werkgever ontstaan vóór 1 juli 2015 en bij de semi-diepslapers na 1 juli 2015 maar de werknemer dus al wel vóór 1 juli 2015 twee jaar lang arbeidsongeschikt was.

De Hoge Raad oordeelde in Ammeraal dat voor de beoordeling wanneer een werkgever gehouden is in te stemmen met een voorstel van een werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding, het van belang is onder welke voorwaarden uit hoofde van artikel 7:673e BW aanspraak kan worden gemaakt op compensatie. Dit betekent dat –vooropgesteld dat ook voor het overige is voldaan aan de bedoelde voorwaarden– slechts van belang is of de werkgever de arbeidsovereenkomst op of na 1 juli 2015 (de datum van invoering van de transitievergoeding) heeft beëindigd. De Hoge Raad verbindt dit oordeel aan het feit dat de werkgever ook in die gevallen aanspraak kan maken op compensatie door het UWV. De Hoge Raad bevestigt hiermee het oordeel van de Centrale Raad van Beroep van juni 2022 (zie ook ons eerdere blog over die uitspraak), waarin is geoordeeld dat óók voor diepslapers en semi-diepslapers recht op compensatie van de betaalde transitievergoeding kan bestaan (uiteraard mits aan de overige voorwaarden is voldaan), nu slechts van belang is of de werkgever de arbeidsovereenkomst op of ná 1 juli 2015 heeft beëindigd.

Volgens de Hoge Raad is niet van belang of de bevoegdheid tot beëindiging vóór, op of ná die datum is ontstaan. Dat de compensatieregeling is gemaximeerd tot (kort gezegd) de hoogte van de transitievergoeding op de dag na afloop van de wachttijd is ook irrelevant. Dat zou namelijk niet stroken met de reden voor de invoering van de compensatieregeling, te weten het stimuleren van werkgevers om slapende dienstverbanden te beëindigen.

Een werkgever die een slapend dienstverband na 1 juli 2015 beëindigd, kan dus ook, indien het gaat om een werknemer ten aanzien van wie vóór 1 juli 2015 de wachttijd al was verstreken, aanspraak maken op compensatie. Daarbij is niet van belang of de bevoegdheid tot beëindiging uit hoofde van artikel 7:669 lid 1 en lid 3 aanhef en onder b BW, voor die datum is ontstaan, dan wel op of na die datum (‘diepslapers’, respectievelijk ‘semidiepslapers’).

In de tweede uitspraak van november ESD-SIC oordeelde de Hoge Raad dat de Xella-norm geldt voor werkgevers vanaf 20 juli 2018. Ook werkgevers die de arbeidsovereenkomst voor 1 juli 2015 hadden kunnen opzeggen, zijn gehouden in te stemmen met een voorstel van een werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding, zij het dat dit geldt voor voorstellen gedaan op of na 20 juli 2018. Volgens de Hoge Raad is de Xella-norm gebaseerd op de compensatieregeling, reden waarom deze norm pas geldt ‘vanaf het moment waarop werkgevers ervan konden uitgaan dat die aanspraak er zou komen’. Dit is het moment van publicatie van de Wet compensatieregeling transitievergoeding in het Staatsblad (te weten op 20 juli 2018) en niet eerder, aldus de Hoge Raad.

Dat aan de compensatieregeling terugwerkende kracht is verleend tot 1 juli 2015 maakt dit niet anders. Daarmee heeft de wetgever niet anders voor ogen gehad dan dat ook werkgevers die voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet compensatieregeling transitievergoeding een (transitie)vergoeding hebben betaald, voor compensatie in aanmerking kunnen komen.

Conclusie

De Xella-norm ziet ook op diepslapers (de werknemers waarbij de wachttijd voor 1 juli 2015 verstreken en de ontslaggrond wegens langdurige arbeidsongeschiktheid was voldragen, ofwel werknemers waarvan het dienstverband al voor 1 juli 2015 slapend was geworden) en ook op semi-diepslapers (werknemers waarvan de wachttijd voor 1 juli 2015 was verstreken maar de ontslaggrond pas na 1 juli 2015 was voldragen (pas na 1 juli 2015 toestemming van het UWV bijvoorbeeld) en op verlate slapers (dat wil zeggen op werknemers van wie de arbeidsovereenkomst na 1 juli 2015 slapend geworden is). Echter, de Xella-plicht geldt vanaf 20 juli 2018, dat wil zeggen dat werkgevers pas ná 20 juli 2018 gehouden zijn om medewerking te verlenen aan een verzoek van een werknemer om de arbeidsovereenkomst te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding.

Gevolgen voor de praktijk

Als gevolg van deze arresten dienen werkgevers óók bij semi-diepslapers en diepslapers medewerking te verlenen aan een verzoek van de werknemer tot beëindiging van het slapend dienstverband onder toekenning van de transitievergoeding, mits het verzoek is ingediend op of ná 20 juli 2018. En kunnen dus alle werknemers met een slapend dienstverband, vanaf 20 juli 2018 aanspraak kunnen maken op de (gecompenseerde) transitievergoeding.

Ons team arbeidsrecht helpt u graag bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, aanspraak maken op de compensatieregeling, of bij het doen van een verzoek tot beëindiging van het (slapend) dienstverband bij uw werkgever.

Heeft u vragen?

Neemt u dan vrijblijvend contact op met onze sectie onderneming en organisatie. Wij helpen u graag verder.

Kim Dijksauteur:
Kim Dijks-Bouwknegt
kdijks@benthemgratama.nl
+31 (0)6 220 741 40

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten